De stuur heeft naast het veilig de boot van A naar B brengen, het motiveren van de roeiers en het aangeven van technische puntjes ook een aantal stuurcommando’s die helpen bij het besturen van de boot.
Basishaal | Reguliere haal met volledige inspanning en met als doel maximale bootsnelheid op een laag tempo. |
Light haal | Haal met minder inspanning, de bootsnelheid wordt lager. |
“Na nu” | Commando’s die door de stuur gegeven worden gelden vanaf het moment dat de stuur “na nu” zegt. Dit is vrijwel altijd aan het einde van een haal, in de uitzet. |
Houden | De roeiers zetten hun bladen verticaal in het water en remmen zo de boot af. |
Bouwen | Bouwen is het opbouwen van de beentrap onder water waardoor het tempo en de bootsnelheid omhoog gaan. |
3 naar 10 | Een opzetje waarin er drie halen vanuit onder water gebouwd wordt, waarna het tempo wordt meegenomen. Na tien halen gaan de roeiers weer over op basishaal. |
Klapjes | Korte haal met alleen de armen |
Strijken | Omgekeerde haal, de roeiers verplaatsen de boot achterwaarts met alleen hun armen |
Uitzetten | De roeiers houden hun handen aan het vlot en duwen de boot het water op, vervolgens trekken ze de riemen in. |
Slagklaar | Slagklaar maken is bij het stilliggen van de boot het klaarmaken van de roeiers voor een nieuwe haal. Afhankelijk van de ploeg is dit in de uitzet danwel de inpik. |
Rondmaken | Het 180 graden ‘omkeren’ van de boot. Eén boord strijkt, één boord maakt klapjes. Dit kan zowel over bakboord als stuurboord, maar gebeurt meestal over bakboord. |
Laatst bijgewerkt op 17/03/2019
Foutje gespot? Aanvullingen aan dit artikel? Jouw eigen kennis delen? Neem contact op met de redactie.