Vlotregels Driewerf

• Bij het naar buiten dragen van de boten dient men er speciaal op te letten dat de riggers nergens tegenaan komen.
• Bij het dragen van de boot dient een stuurman of coach de boot aan de punt te begeleiden.
  
• C-vieren gaan over de kielbalk het water in, gladde boten gaan voor de buiken het water in. C-boten tilt men bij Orca niet boven de hoofden. Gladde boten daarentegen wel.
• Boten mag men niet tillen aan: boordranden (C4en), kruisspanten, binten (dwarsspanten midden onder de slidings), voetenborden en slidings.
• Alle riemen worden met de bolle kant naar beneden gelegd.
• Bankjes mogen nooit met de wieltjes op de grond gelegd worden.
  
• Riemen dienen met het blad naar voren te worden gedragen. Nooit meer dan vier boordriemen met zijn tweeën. Per persoon mogen er twee scull-riemen of één boordriem gedragen worden.
• De boot mag nooit onbeheerd aan het vlot of in singels of op stellingen liggen.
  
• Een boot in singels moet altijd aan beide kanten worden vastgemaakt met fietsbanden.
• Bij drukte de boot niet nodeloos lang laten liggen, zowel langs het vlot als op de kant.
  
• Bij drukte afstellen op het water.
  
• Ploegen die willen aanleggen hebben voorrang op hen die een boot te water willen laten.
  
• Er dient altijd weggevaren te worden van het vlot richting noorden (stad).
  
• Er mogen geen fietsen/skates op het vlot.

Laatst bijgewerkt op 25/05/2017